WEBLOG - BERICHT

Van vrouwen niets dan goeds
GEPLAATST:

De enige vraag die lezers hebben bij Khaled Hosseini’s nieuwe roman is of Duizend schitterende zonnen net zo goed is als De vliegeraar. Het debuut waarvan miljoenen exemplaren zijn verkocht. Het antwoord is simpel. Duizend schitterende zonnen is even goed als De vliegeraar, alleen op een andere manier.


Hosseini is niet in dezelfde valstrik gevallen als veel andere succesvolle debutanten. Hij heeft niet zitten te piekeren hoe hij een compleet andersoortig boek kon schrijven. Hij heeft gewoon hetzelfde boek geschreven als de eerste keer, en toch is het een ander boek. In simpele termen: De vliegeraar is het mannetje. Duizend schitterende zonnen is het vrouwtje.


In De vliegeraar werden binnen een paar pagina’s alle vrouwelijke personages uitgeschakeld, want die kun je in een avonturenroman niet gebruiken. In Duizend schitterende zonnen lijkt de schrijver zich te hebben willen revancheren. Het is een vrouwenboek, en een hommage aan het vrouwelijke incasseringsvermogen. Het is Hosseini’s versie van het ‘bewogen vrouwenleven’ waarmee vrouwenuitgeverijen ons de afgelopen tien jaar hebben overspoeld, met als vaste kenmerken: burqa, mishandeling en emigratie (waarna het allemaal weer goed komt). Het verschil is dat Duizend schitterende zonnen wel op zo’n autobiografisch vrouwenleven lijkt, maar het blijft een roman.


De vraag is alleen of het literatuur is. De gezaghebbende criticus van de Washington Post was er duidelijk over. Duizend schitterende zonnen was een mooi boek, maar het bleef ‘populaire fictie’. Geen literatuur. Voor Hosseini kwam het verhaal op de eerste plaats, en de stijl op de laatste.


Ik kan me wel ergere zonden voorstellen, met name omdat ik niet zo goed begrijp hoe inhoud en vorm van elkaar worden gescheiden. Hosseini wil de lezer ontroeren, hij wil dat we ons identificeren met zijn personages. Duizend schitterende zonnen, dat zich afspeelt in de decennia dat Afghanistan achtereenvolgens een semi-koloniale monarchie was, een communistische republiek, en een speeltuin annex martelkamer voor religieuze fanatici, gaat uiteindelijk over de tederheid van moederschap, en daarom doen lezers er verstandig aan een zakdoekje bij de hand te houden.


Hosseini wil de ontroering, en niet alleen omdat dit nu eenmaal iets is dat goede boeken doen. Hij wil ons ook ontroeren omdat Duizend schitterende zonnen onrecht aan de kaak stelt. De traditionele ongelijkheid van man en vrouw in het Afghanistan die alleen maar wordt versterkt door het nieuwbakken fundamentalisme. Deze ambitie maakt Hosseini een nazaat van de negentiende-eeuwse schrijvers die met hun fictie de werkelijkheid wilden veranderen.


Dickens, Tolstoi, het zijn niet de minsten. Het is alleen wel lang geleden, en Hosseini’s personages lijken ook uit een lang vervlogen tijd te komen, toen mannen nog het patent op het Kwaad hadden en van vrouwen niets dan goeds kon worden gezegd. Vrouwen die staan te juichen terwijl mannen naar het front marcheren komen niet voor in Hosseini’s wereldbeeld.


Hosseini voornaamste inspiratie is echter de bioscoop. Duizend schitterende zonnen heeft het ritme van een film, zoals ook blijkt wanneer de heldin, Laila, het heeft over haar ‘schouderlange blonde krullen.’ Geen meisje dat onze sympathie verdient denkt op zo’n manier over zichzelf, maar ondertussen moeten die krullen ons wel helpen sympathie voor dit meisje op te vatten. Net als in de film gaat de liefde door het oog. De pagina’s waarin Laila aan ons wordt voorgesteld behoren tot de zwakste van deze roman, want de schrijver overdekt haar met een dikke laag vertedering.


De grappigste pagina’s van Duizend schitterende zonnen gaan over het regime van de Talibaan. De Baardpolitie die elke man met een gladde kin tot bloedens toe aftuigt. Alles wat leuk is, is onder de Talibaan verboden, tot aan schilderijen van flamingo’s, want die lange poten kunnen ons maar op zondige gedachten brengen. Ondertussen kijkt heel Kabul stiekem naar piratenkopieën van Titanic. Die episode heeft een dubbelheid die ontbreekt wanneer het gaat over Laila, de ideale vrouw.


Misschien moeten we Duizend schitterende zonnen maar op zijn eigen merites beoordelen, want Hosseini wil helemaal geen literatuur schrijven die ons doet twijfelen aan goed en kwaad. Hij schrijft ouderwetse leesboeken, die je als een film ondergaat.


Het Parool, 31 mei 2007