WEBLOG - BERICHT

Balzacs Verloren illusies
GEPLAATST: 1-3-2003

We leven in grootse tijden. Volgende week verschijnt een van de mooiste romans die ooit is geschreven, en het heeft 160 jaar geduurd voordat het boek in ons land uitkwam. Eindelijk is Verloren illusies van Honoré de Balzac vertaald, en wie het boek leest kan zich alleen maar afvragen waarom we zolang moesten wachten. Verloren illusies staat in zijn hartstocht en ambitie immers op een niveau dat alleen wordt geëvenaard door klassieke meesterwerken zoals Flauberts De leerschool der liefde, Bleak House van Charles Dickens, en Tolstoi’s Anna Karenina.

Naar huidige begrippen heeft Balzac (1799 - 1850) een onvoorstelbaar aantal boeken geschreven. Aangedreven door liters koffie schreef hij makkelijk vier romans per jaar, die hij vaak nog herzag terwijl de eerste hoofdstukken van de pers rolden. Halverwege zijn carrière besloot Balzac al zijn fictie onder één overkoepelende titel onder te brengen. In zijn Comédie Humaine zou het hele menselijk gebeuren, te beginnen bij Frankrijk, worden beschreven en verbeeld.

Romans als Vader Goriot en Eugénie Grandet zijn altijd bij ons in vertaling gebleven, en daar kwamen vijf jaar geleden nog Neef Pons en Nicht Bette bij, dikke romans die Balzac op zijn best laten zien. De vertaling van Verloren illusies, voor het eerst in anderhalve eeuw, maakt deel uit van die belangstelling voor Balzacs rijpere werk. In een brief aan zijn grote liefde, de Poolse gravin Eveline Hanska, noemt de schrijver Verloren illusies ‘het hoofdwerk binnen het werk’ van zijn Comédie Humaine. Zelden werkte hij zolang aan een roman als aan de drie delen van Verloren illusies, waar hij van 1836 tot 1843 aan bleef sleutelen, al schreef hij in diezelfde tijd een klein dozijn andere romans die om het hoofdwerk heen cirkelen als planeten om de zon.

Balzac afficheerde zijn Comédie Humaine als études des moeurs, zedenschetsen en onderzoekingen naar het menselijk gedrag. Maar eigenlijk was hij bezig de realistische roman uit te vinden. Voordien had fictie veelal de zweverige vorm van de brievenroman of het exotische reisverslag aangenomen. Bekentenissen. Balzac pakte het anders aan. Hij situeerde zijn personages stevig in hun milieu en observeerde hun emoties, ongeacht of die mooi of lelijk waren. Balzac stond open voor alles en onthield zich van oordeel.

De formule van de Comédie Humaine liet ruimte voor oneindige variatie. Sommige romans beschrijven het leven in de provincie, andere het leven in de grote stad Parijs. Officieel valt Verloren illusies onder de schetsen van het leven in de provincie, maar het machtige middendeel speelt zich geheel in Parijs af. Het doet er niet toe, want het eigenlijke onderwerp is het literaire leven, de pers, en wat we nu de media noemen.

Verloren illusies is de eerste grote schrijversroman in de literatuur, met een autobiografisch gehalte dat uniek is in Balzacs oeuvre. Het is niet alleen een hoofdwerk, maar het vormt vooral het hart van Balzacs hele werk. In deze roman boekstaafde hij zijn bittere ervaringen als drukker, uitgever, journalist en romanschrijver.

Toch is Verloren illusies geen autobiografische roman, want Balzac zag zijn leven hooguit als materiaal. Daarom splitste hij zichzelf in deze roman in tweeën op. Twee boezemvrienden. De schrijver gaf zijn zwoegende, zoekende karakter gestalte in de drukker-uitvinder David Séchard, die bereid is alles op te offeren zolang hij maar kan doorwerken aan zijn droom: een goedkoop recept om papier te produceren zodat iedereen zich kranten en boeken kan veroorloven, in plaats van alleen de elite. En de schrijver verbeeldde de dromerige, genotzuchtige kant van zichzelf in de ambitieuze jonge dichter Lucien Chardon, wiens verovering van de Parijse salons het het middendeel van Verloren illusies vult.

Lucien is een van Balzacs memorabelste personages. Oscar Wilde verzuchtte eens dat Luciens dood (in een later deel van de Comédie) één van de grote tragedies in zijn leven was, en hij modelleerde de beeldschone Dorian Gray op Balzacs jonge dichter. Ook Lucien is gezegend met een onverwoestbare schoonheid. De schrijver heeft er een halve pagina voor nodig om hem aan de lezer voor te stellen, met zijn gouden haren, donkerblauwe ogen, Griekse neus, en de glimlach van een bedroefde engel. Alle gebruikelijke kritiek op zulke godenkinderen gaat op voor Lucien. Hij is lui, ijdel en gelooft dat hij een enorm talent heeft, want we stellen mooie mensen nu eenmaal niet graag teleur. Niemand had hem ooit verteld dat zijn gedichten alleen maar mooi klonken omdat ze uit zo’n fraaie mond kwamen.

Dat verandert wanneer Lucien de provincie verruilt voor Parijs, waar hij zich wil manifesteren onder zijn moeders adellijk klinkende naam, ook al was zijn vader maar een hardwerkende apotheker. De vrouw uit Angoulème op wie hij in Parijs had gedacht te kunnen rekenen (misschien werd ze wel zijn minnares!) laat hem al gauw vallen wanneer blijkt dat niemand daar op een dichter uit de provincie zit te wachten. En zeker niet als die wil doorgaan voor een aanzienlijk man. Zo belandt Lucien al snel op een armoedig zolderkamertje, want hij had al zijn geld opgemaakt aan chique kleren, om niet onder te doen voor de jonkers die op hem neerkijken.

In de bohème van het Quartier Latin, waar je (in 1820) vorstelijk kon eten voor een paar stuivers, ontmoet Lucien al snel soortgenoten. Jongemannen die op een houtje bijten, in afwachting van het moment dat hun roman of toneelstuk wordt geaccepteerd. Het enige verschil is dat deze lieden elke dag zitten te ploeteren, terwijl Lucien gewoon blijft wachten tot het succes bij hem aanklopt. Hij heeft een bundel gedichten en een historische roman geschreven. Meer niet. Wanneer een vriend suggereert dat hij, net als Sir Walter Scott, een hele reeks moet schrijven, want uitgevers vreten reeksen, zinkt de moed hem al in de schoenen. Nog meer schrijven? Hoe lang moet het dan nog duren voor hij beroemd is?

En zo wordt het tijd voor de Verkeerde Vrienden. Je trekt tenslotte niet voor niets naar de grote stad. Een journalist die Lucien uit het café kent, haalt hem over voor de krant te schrijven, want als dichter kan hij alleen hopen op de lange termijn. Dan ben je oud en zuur tegen de tijd dat je een beetje succes begint te krijgen. De journalistiek is een snellere weg naar de roem. En als je eenmaal naam hebt gemaakt als columnist zullen de uitgevers smeken om je boeken. Het eerste stuk dat Lucien schrijft, oogst grote lof, want het is voor het eerst dat de bespreking van een toneelvoorstelling vooral over de benen van de actrices gaat. Wat maakt het uit dat hij er verder niets aan vond? De recensent die het een beetje handig aanpakt kan zijn inkomen verdubbelen door extraatjes aan te nemen.

Luciens leukste beloning bestaat uit de actrice met de mooie benen. Coralie sleept de dronken debutant meteen mee naar huis, om hem met haar liefde te overstelpen. Coralie, met haar zonnige humeur, haar ravenzwarte haar en haar ‘Andalusische achterste’ is een van Balzacs verleidelijkste vrouwen. Al zijn wensdromen heeft hij in haar gegoten, en toch is ze zo levendig dat ze van het papier afspat. De dag dat Coralie sterft, is een zwarte bladzijde in mijn leven. Zelfs na vier keer Verloren illusies hoopte ik opnieuw dat ze niet van teleurstelling hoefde weg te kwijnen. Haar succes hangt geheel af van de steun van Luciens krant, en wanneer hij voor een concurrent gaat schrijven, is het afgelopen met de leuke kritieken en het applaus. Dat overleeft ze niet, want ze is wel mooi, maar heeft een te dunne huid voor het toneel.

Voor Lucien was er al geen illusie meer te verliezen toen hij het meesterwerk van een van zijn beste vrienden moest afkraken, omdat het de hoofdredacteur uitkwam. Maar wanneer hij aan Coralie’s doodsbaar schuine liedjes moet pennen om aan het geld te komen voor een graf weet hij dat hij net zo goed terug kan gaan naar waar hij vandaan kwam. De grote stad heeft hem verslagen. In de provincie bereidt Balzac ons nog een laatste desillusie, want Luciens vriend en zwager David heeft het patent op het nieuwe papier moeten doorverkopen aan de concurrent. Anders ging hij failliet aan Luciens schulden. Het is een laatste ironie van deze verpletterend sarcastische roman. De ene vriend steekt zich diep in de schulden om papier te maken ter verspreiding van de waarheid. En de ander weet wat voor veile nonsens er in de kranten staan. Hij heeft ze zelf geschreven. Het was allemaal voor niets geweest als Verloren illusies niet zo'n beeldschone roman was.

Het Parool, maart 2004