WEBLOG - BERICHT

Hoe Jonathan Franzen zich voelt
GEPLAATST: 6-1-2007

De aanslagen van 11 september 2001 vernietigden niet alleen de torens van het World Trade Center. Ze stortten ook het Amerikaanse boekenvak in een dal. Na de aanslagen waren uitgevers ervan overtuigd dat het publiek voorlopig geen aandacht zou hebben voor de literatuur. Wanneer de werkelijkheid vreemder is dan de verbeelding hoef je geen romans te kopen, en de boekverkopen liepen dramatisch terug omdat het publiek alleen nog in de actualiteit was geïnteresseerd. Te publiceren romans werden in de ijskast gelegd, opties en contracten werden geannuleerd en pas toen de eerste non-fictie over het terrorisme begon te verschijnen, kwam er weer wat beweging in het boekenvak.

De enige roman die niet onder de aanslagen leed was Jonathan Franzen’s The Corrections. Franzen’s vuistdikke roman verscheen tien dagen voor de aanslagen en had alom juichende recensies gekregen. Het was zijn grote doorbraak. De ontvangst was geweldig, want The Corrections was de juiste roman op de juiste tijd. Totdat de aanslagen er een andere tijd van maakten. Toch bleef het boek verkopen, en aan het eind van de week zat Franzen al weer in een studio over The Corrections te praten, de enige literaire overlever van de aanslagen.

Het was niet de enige ramp die The Corrections overleefde. Kort na publicatie maakte Oprah Winfrey bekend dat ze het boek had uitgekozen voor haar televisie-boekenclub. Die aankondiging was voor de uitgever genoeg om er nog eens 600.000 exemplaren bij te drukken. Alleen stak Franzen een spaak in het wiel door op te merken, terwijl hij ergens in het land boeken zat te signeren, dat Oprah niet bepaald garant stond voor literaire kwaliteit. Ze bejubelde net zo makkelijk sentimentele troep als ware literatuur. Franzen was nog niet uitgesproken of er ging een huivering van afschuw door het boekenvak. Waar haalde hij de onbezonnenheid vandaan om iets negatiefs zeggen over het enige programma in Amerika dat nog ruim aandacht aan boeken besteedde? Oprah schrapte de schrijver van haar programma en liet weten de rest van het seizoen geen behoefte meer te hebben aan levende, lastige romanschrijvers. Zij hield het voorlopig op dode schrijvers, zoals Tolstoi en Faulkner.

Franzen (47), die verleden week in Amsterdam was om over zijn nieuwe boek The Discomfort Zone te praten, is ervan overtuigd dat zijn faux pas hem tot op heden wordt nagedragen, zoals wanneer de recensente van The New York Times het nieuwe boek karakteriseert als ‘een afstotelijk zelfportret van de kunstenaar als een jonge mispunt.’ De schrijver kan er alleen maar zijn schouders over ophalen.

"Oprah is boven alle kritiek verheven," zegt Franzen ironisch. "Haar boekenclub staat garant voor enorme oplagen. Natuurlijk was ik blij om te worden uitgekozen voor haar show, maar ik was ook blij dat ik er weer werd uitgetrapt, want alles moet op haar voorwaarden. Je kunt niet van het format afwijken. Ik voelde al aankomen dat ik in de studio een zielig verhaal moest vertellen om de sympathie van de televisiekijkers te krijgen, over mezelf en mijn ouders, en daar had ik gewoon geen zin in. De boekenbusiness heeft zich te afhankelijk van zo’n programma gemaakt, je zag het weer bij de paniek die uitbrak toen bleek dat James Frey’s A Million Little Pieces iets anders in elkaar zat dan hij op tv had verteld (het memoir bleek grotendeels uit zijn duim gezogen, HS)." De schrijver trekt een sarcastisch gezicht. "Het is interessant om te zien hoe ze dan doen alsof we middenin de gekke-koeienziekte zitten en iedereen maar blijft zeggen dat het het beste is als we meer vlees eten. Destijds wilde ik op het laatst alleen maar roepen dat je uiteindelijk geen hersens meer overhoudt als je maar vlees blijft eten en naar Oprah blijft kijken."

Het was niet de eerste keer dat Franzen in een controverse raakte omdat hij zich afzette tegen de middlebrow cultuur. Tien jaar geleden schreef Franzen een lang essay dat in zijn essaybundel How to be Alone de titel ‘Why Bother?’ draagt. Zeker in zijn oorspronkelijke vorm kostte het weinig moeite om te zien dat het stuk een aanval was op Tom Wolfe (The Bonfire of the Vanities) en diens herhaalde oproepen om meer straatrumoer in de literatuur. Volgens Wolfe zitten veel romanschrijvers in een ivoren toren terwijl ze net als Zola en Dickens veldwerk zouden moeten doen om te laten zien wat er in de maatschappij leeft. Franzen denkt er anders over.

"Schrijvers als Wolfe doen altijd net alsof de roman doodgaat als ze niet voldoet aan zijn journalistieke eisen. Maar die negentiende-eeuwse schrijvers die hij als voorbeeld neemt, leefden in een tijd toen de kranten langzamer waren en de boeken sneller, want die schrijvers publiceerden vaak in feuilletonvorm. Tegenwoordig kan een schrijver niet jarenlang veldwerk doen en hopen dat hij nog iets heeft te melden dat niet allang in de krant heeft gestaan, om nog maar te zwijgen over tv. Boeken zijn geen nieuwsmedium. New journalism is daar veel beter voor geschikt. Een blad als The New Yorker stuurt een goede journalist op pad die anderhalve maand later met zijn materiaal terugkomt, en weer anderhalve maand later ligt er een interessant verhaal van tienduizend woorden in de winkel. Waarom zou ik dan vijf jaar bezig zijn om oud nieuws te maken voor een publiek dat echt niet op zoek is naar nieuws in een roman?

"Ik heb vrijwel geen belangstelling voor fictie die me niet vertelt hoe de wereld er tegenwoordig uitziet. Historische romans hebben alleen een decoratieve functie. Je hoeft alleen je research in orde te hebben en je kunt gaan tikken. Readymade. Echte literatuur ontstaat uit een gevoel van crisis, een individu dat geen aansluiting vindt bij de wereld. Daarom wil hij de wereld begrijpen."

Franzen begon het interview als de spreekwoordelijke schrijver met jetlag en een stoppelige kin, maar gaandeweg laat hij zijn vermoeide ironische toon varen.

"Ik kom uit een land waar mensen heel boos en heel bang zijn. Welk modern land ontketent er in de eenentwintigste eeuw een oorlog die niemand kan winnen? Alleen Amerika. Mensen zijn angstig en woedend, en ze kunnen niets doen. Als schrijver zit je tegen een enorme hoeveelheid emotioneel materiaal aan te kijken. Het is alleen heel moeilijk er helderheid in te krijgen. Wanneer je luistert waar mensen het over hebben hoor je alleen ruis. In de metro of op feestjes praten ze over de de laatste aflevering van Grey’s Anatomy, en anders hebben ze het erover hoe ze hun Ipod kunnen laten praten met hun tweejarige kind, en anders hebben ze het over sport, en anders hebben ze het over de beurs, of over de problemen om een creche te vinden. In elk geval, het is een heel drukke lege wereld en daaronder zit een enorme angst verborgen. Het lijkt het meeste op een zwaar gewonde man wiens halve lichaam in het verband zit, die denkt dat hij geen pijn zal hebben als hij zich maar stilhoudt.

"In Amerika is er nu een dringende behoefte aan sterke fictie die door de hypocrisie en de crap heenkijkt. Maar wanneer mensen roepen om meer straatrumoer in de literatuur, hoop ik niet dat ze denken aan een Elf September-roman. Want dat is inmiddels ook al een readymade. Sommige van die romans zijn echt onleesbaar. Elf september is gewoon een gigantische hype die is misbruikt door een aantal onbetrouwbare types om de macht van het Witte Huis onbeperkt uit te breiden. We hadden dit nooit moeten laten gebeuren, en de media dragen een groot deel van de schuld. Na een week hadden de aanslagen al geen enkele betekenis meer. Elke emotie die je kon hebben over wat er was gebeurd, werd zo meedogenloos door de media uitgemolken dat het al spoedig onmogelijk was om er nog enig authentiek gevoel over te hebben.

"Dit gebeurt systematisch. Net voordat ik op het vliegtuig naar Amsterdam stapte, werd de eerste grote voetbalwedstrijd in New Orleans gespeeld sinds de Orkaan Katrina. Dagen van tevoren werd je door alle media geattendeerd op de ‘emotionele terugkeer’ van de Saints naar de Superdome. Nou zou je toch denken dat je alleen zeker kunt weten dat die terugkeer echt ‘emotioneel’ is wanneer die een feit is, toch? Juist de manier waarop de hele tijd werd gezegd hoe emotioneel die wedstrijd zou zijn, zorgde ervoor dat je er helemaal niets meer bij voelde. Op dezelfde manier hebben we de Twin Towers duizenden, tienduizenden keren zien instorten en is het onmogelijk om het over de aanslagen van elf september te hebben zonder ze de ‘tragische’ aanslagen te noemen. Want dat verkoopt beter.’

Jonathan Franzen is een uniek schrijver. Overal in zijn werk zien we glimpen van de manier hoe hij als nakomertje opgroeide in een voorstadje van St Louis, in het geografische midden van de Verenigde Staten. Zijn ouders waren ongelukkig getrouwd. Het enige dat hun bond, was een ouderwetse calvinistische kijk op het leven die weinig zon toeliet. Wanneer Franzen van school thuiskwam, hoefde hij maar de deur open te doen en hij stapte de jaren vijftig binnen. Zo is de titel van Franzen’s ‘persoonlijke geschiedenis,’ The Discomfort Zone, ontleend aan zijn moeders gewoonte om de verwarming zo laag mogelijk te zetten, ver onder wat de thermostaat aangaf als de comfortabele zone, die bij 18 graden begon. Toch vermeldt Franzen de bijna verliefde brieven die zijn moeder schreef aan haar drie zoons, want er waren een hoop geneugten die in huize Franzen werden afgekeurd (zo had de schrijver op zijn achttiende alleen nog maar van seks gehoord), maar daar hoefden de geestelijke geneugten niet onder te lijden. Er wordt wel eens gezegd dat Amerikanen geen gevoel voor ironie hebben, maar daar heeft Franzen genoeg van voor een heel continent. Hij groeide op in een huis waar elk woord dat hij zei werd beluisterd, beoordeeld en beloond, en hij kan geen zin uitspreken zonder binnenpretjes over de woorden die hij kiest.

"Sinds The Corrections vragen mensen me steeds wanneer er een nieuwe roman komt. Maar zo makkelijk gaat dat niet. Voor elke nieuwe roman heb ik meer tijd nodig, en het grootste gedeelte van die tijd gaat op aan valse starten. Het is nu eenmaal onmogelijk voor mij om twee keer hetzelfde boek te schrijven. Ik loop op pagina drie al vast. Iedere roman moet volkomen anders zijn.

"Daarbij komt dat The Corrections mijn hele leven heeft veranderd. Om een of andere reden verkocht dat boek uitzonderlijk goed, en nu hoef ik me geen zorgen meer te maken over geld. Ik was altijd arm geweest, en opeens was ik dat niet meer. Dat is heel plezierig, maar het maakt schrijven een stuk moeilijker. Het liefst zou ik net doen alsof er niets was veranderd, en dat ik gewoon nog één van de gang was die moet ploeteren om de huur op te brengen en hopen dat er iemand aan tafel zit die de rekening betaalt. Nu ben ik degene die de rekening betaalt. Vroeger kon ik echt boos zijn dat ik in een klein apartement de hele dag zat te werken terwijl mijn toenmalige vrouw aan de andere tafel zat te schrijven. Het was afschuwelijk, maar dat type hongerige boosheid kan je als schrijver wel aan de gang houden. Je wilt zo graag dat je werk succes heeft, maar wanneer dat succes dan komt, verandert er iets. Je wilt dat je volgende boek net zo succesvol wordt. Maar dat is iets heel anders. Daar heb ik de afgelopen jaren op een fundamenteel psychologisch niveau aan moeten sleutelen zodat ik weer op een punt kwam waar ik goed kon schrijven."

The Discomfort Zone is niet de roman waarop iedereen zit te wachten. Het is een persoonlijke geschiedenis die in de verte doet denken aan Nabakov’s Speak, Memory. Nergens krijgen we het gevoel dat de schrijver zijn hart uitstort of een therapeutisch verhaal aan het vertellen is. En toch begint The Discomfort Zone met de schrijver die na de dood van zijn moeder naar het ouderlijk huis teruggaat om de makelaar te ontvangen.

"Een van de redenen waarom ik er geen roman heb gekozen, is dat ik geen opvallend avontuurlijk leven heb. Ik wou dat ik kon schrijven over die keer dat ik op het vliegveld van Lagos vastzat terwijl terroristen en overheidstroepen dagen lang in een vuurgevecht waren verwikkeld - maar dat soort avonturen heb ik nooit beleefd. Mijn verhalen gaan meestal over een innerlijk conflict, maar ik ben pas tevreden als zo’n persoonlijke geschiedenis is ingebed in wat er verder in de wereld gebeurt. Vandaar dat ik in het eerste hoofdstuk die makelaar erbij haal, want het verhaal van mijn moeder wordt interessanter als je je realiseert dat Amerikanen de betekenis van het leven afmeten aan de waarde van het huis dat ze uiteindelijk achterlaten. Mijn moeder was zich daar zeer wel van bewust. Daarom hield ze in de laatste jaren van haar leven de prijzen van de huizen in de buurt bij.

"In het hele boek heb ik ervoor gekozen onderwerpen bij elkaar te brengen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. In het laatste hoofdstuk heb ik het over global warming, vogelobservatie en hoe ik mijn huidige vrouw leerde kennen. (Van haar kant vertelde Kathryn Chetkovich in 2003 dezelfde geschiedenis in haar Granta-verhaal 'Envy', HS) Het zijn drie onderwerpen waar niet makkelijk over valt te schrijven. Het milieu is een politiek issue. Voor je het weet sta je te preken of te tieren. Birdwatching is nog moeilijker. Als je het over zo’n hobby hebt is het net alsof je een of andere kamertjeszonde opbiecht. En mijn scheiding was nog beschamender. Maar als je al die weinig verheffende dingen met elkaar combineert, krijgen ze een andere dimensie.

"En er is nog een reden waarom ik voor non-fictie heb gekozen. Als ik terugkijk op mijn tienerjaren en mijn adolescentie voel ik geen enkele aandrang mezelf te feliciteren. Ik was zo op mezelf gericht dat het jaren duurde voor ik begon te begrijpen dat andere mensen ook gevoelens hadden. Dat proces beschrijf ik, maar ik geef er geen mooie draai aan zodat alles in orde komt, ook al hebben Amerikanen dat het liefste. Er komen niet veel aantrekkelijke figuren voor in The Discomfort Zone. Lezers hadden mij vast een sadist gevonden als ik in een roman de hoofdpersoon zo te grazen had genomen, of ze hadden niet begrepen waarom ik zo’n sukkel als hoofdpersoon had gekozen. Maar in non-fictie hoef ik mezelf niet te sparen, en daar was ik op uit in The Discomfort Zone."

HP / De Tijd, 6 oktober 2006