WEBLOG - BERICHT

Na de revolutie
GEPLAATST: 6-4-2007

Ian McEwan’s nieuwe korte roman On Chesil Beach ziet eruit als een opgestoken vinger naar wijsneuzige critici, want ditmaal houdt de schrijver zich verre van actuele onderwerpen.

Lange tijd zag het er simpel uit in de Britse literatuur. Salman Rushdie en Martin Amis waren de grote sterren, wier boeken elke keer op veel tromgeroffel konden rekenen. Generatiegenoten zoals Ian McEwan, Julian Barnes en William Boyd hadden een goede reputatie, maar ze bepaalden niet het gezicht van de literatuur. Sinds een jaar of tien is het beeld veranderd. Rushdie en Amis zijn nog steeds sterren van wereldformaat, met kolossale ego’s, glamoureuze vrouwen en adressen op drie verschillende continenten. Het is alleen duidelijk geworden dat die sterallures niet helpen wanneer het tijd wordt om weer in een stille kamer te gaan zitten en een boek te schrijven dat al die roem rechtvaardigt.

Voor het publiek dat gewoon mooie boeken wil lezen, is zich in de loop van de jaren negentig een andere rangorde gaan aftekenen, waarbij Ian McEwan onmiskenbaar de toppositie inneemt. Hij is een schrijver die niet eens een slecht boek zou kunnen schrijven als hij het probeerde. Al sinds zijn debuut First Love, Last Rites (1975) geldt McEwan als een van de belangrijkste Britse schrijvers. Sinds Enduring Love (1997), Atonement (2001) en Saturday (2005), de drie grote romans die McEwan na de scheiding van zijn eerste vrouw schreef, lijdt het geen twijfel meer dat hij de grootste Britse schrijver van onze tijd is. McEwan (58) heeft geen fractie van het charisma van Rushdie of Amis. Hij is geen media-persoonlijkheid. Hij is een vakman die elke twee, drie jaar met een nieuwe titel komt, en in dertig jaar een oeuvre van consistent hoge kwaliteit heeft gebouwd.

McEwan’s status aan de absolute top werd beklonken door het succes van Enduring Love, de geschiedenis van een obsessie die net zo onbeheersbaaar is als de heteluchtballon die aan het begin van de roman van zijn anker gaat, en door Saturday, nog steeds de roman die het meest overtuigend ingaat op de aanslagen van 11 september 2001 en later.

Sommige critici zagen in de terroristische aanslagen een signaal dat het was afgelopen met de ironie. Schrijvers mochten zich niet meer verschuilen achter literaire façades. McEwan’s Saturday zou een voorbeeld zijn van die nieuwe post-ironische literatuur.

Het probleem was alleen dat Saturday een hoogst ironische roman is. Hij gaat over de angst voor terrorisme terwijl er geen enkele daad van terrorisme in voorkomt. Er is alleen maar het angstige voorgevoel. Het is een vertrouwd komisch procédé. Hoe langer het duurt voor de moker neerkomt, hoe banger het slachtoffer wordt. Uiteindelijk is de moker niet eens meer nodig. En dit is geen literaire ironie. Het is de ironie van het terrorisme, waar met minimale middelen het maximale effect wordt bereikt. Saturday is de meest geslaagde roman over het hedendaagse terrorisme omdat McEwan laat zien hoe die economie van de angst in elkaar zit.

Na Saturday hadden we van elke andere romanschrijver jaren stilte verwacht. Hoe moet je verder na zo’n meesterwerk? De verwachtingen waren enorm, en die worden niet minder nu vrijwel elke roman die McEwan schrijft, wordt verfilmd zodat het publiek zich steeds meer uitbreidt. Toch komt de schrijver binnen twee jaar met een nieuw boek, een korte roman met de titel On Chesil Beach.

Aan lezers die verwachten dat McEwan opnieuw een groot actueel thema zou aansnijden, heeft de schrijver geen enkele concessie gedaan. On Chesil Beach is zo ver van de actualiteit verwijderd dat het bijna een gebaar van verzet lijkt. Een opgestoken vinger naar wijsneuzige critici.

On Chesil Beach voltrekt zich eind jaren vijftig, vroeg jaren zestig. Net voordat de seksuele revolutie werd ontketend en Londen het symbool van de Swinging Sixties werd.

Edward is net afgestudeerd wanneer hij Florence leert kennen. Zij speelt viool in een strijkkwartet. Hij wil boeken schrijven over historische figuren. On Chesil Beach begint op de eerste dag van hun huwelijk, die ook de laatste dag zal zijn. Vanaf het begin zijn twee dingen duidelijk aan dit stel. ‘Ze leefden in een tijd dat een gesprek over seksuele problemen ronduit onmogelijk was.’ En het is duidelijk dat zij niet hetzelfde sociale startkapitaal hebben. Edward groeit op tussen de boerenkinkels en heeft al vroeg geleerd zijn vuisten te gebruiken. De studie is zijn kans om aan zijn milieu te ontsnappen. Florence komt daarentegen uit een huis waar aan geld en mooie dingen geen gebrek is.

Die twee factoren maken hun relatie bij voorbaat kansloos, al zullen ze dit pas ontdekken wanneer ze getrouwd zijn. Edward zal nooit tegen Florence durven te zeggen waarop hij hoopt, want hij mag al blij zijn dat hij van zo’n meisje zijn vrouw heeft kunnen maken. Beiden stappen zonder de geringste seksuele ervaring in het huwelijk, buiten wat gefriemel in het donker, want toentertijd trouwden mensen opdat ze eindelijk rustig met elkaar naar bed konden.

Florence krijgt al nachtmerries bij de gedachte aan de huwelijksnacht, want ze is bang voor fysieke intimiteit. Edward droomt van een seksuele openbaring, en hij ziet haar onbeholpenheid aan voor losheid. "In de eerste dagen [dat ze elkaar kenden, red] hield hij nog rekening met het hele kleine kansje dat ze zo’n legendarisch meisje van goeden huize was dat het echt met hem zou willen doen, en wel snel ook."

In veel opzichten doet On Chesil Beach denken aan romans van lang geleden, toen de seksuele revolutie nog moest worden bevochten. Van D.H. Lawrence’s Lady Chatterly’s Lover (1929) tot Kingsley Amis’ Lucky Jim (1959) zien we dezelfde mix van het Britse klassensysteem, onderdrukte seksualiteit en de afstand tussen de beklemmende provincie en het anonieme Londen. In On Chesil Beach legt McEwan hetzelfde materiaal nog eens onder het vergrootglas om te kijken hoe het er zoveel jaren na de seksuele revolutie eruitziet.

En dat vergrootglas moeten we letterlijk nemen. In slow motion volgen we het jonge paar terwijl het zich door de eerste uren van hun huwelijk slaat: een tochtje naar een hotel aan zee, een armzalig feestmaal à deux in de bruidssuite (meloen vooraf) en, ten slotte, het debacle in bed. On Chesil Beach is in de eerste plaats een technisch meesterwerk, want McEwan schakelt steeds heen en weer tussen Edward en Florence in zijn minutieus verslag van de gebeurtenissen om te laten zien hoe weinig zij van elkaar begrijpen. Wanneer ze koket een kers in haar mond stopt, fantaseert hij al hoe lang het zal duren voor ze zijn geslacht in haar mond neemt. Ondertussen heeft Florence heel andere gedachten:

"In optimistische buien probeerde ze zichzelf ervan te overtuigen dat ze alleen maar last had van een verhoogde vorm van teergevoeligheid, die heus wel over zou gaan. Zeker de gedachte aan Edwards testikels, bungelend onder zijn gezwollen penis - nog zo’n stuitende term - boezemde haar al weerzin in. En het idee dat ze ‘daaronder’ door iemand werd betast, zelfs iemand van wie ze hield, was even afstotelijk als bijvoorbeeld een operatie aan haar oog."

Naar de maatstaven van vandaag is On Chesil Beach een korte roman, zo niet een novelle, en ook de handeling stelt eigenlijk ook maar weinig voor. Een man en een vrouw gaan voor het eerst met elkaar naar bed en het wordt een fiasco. Ze zullen elkaar nooit meer terugzien. Ondanks de beperkte actieradius krijgt het boek een enorme diepgang door het psychologische boorwerk dat McEwan verricht. Zijn toon blijft elegisch en understated, maar ieder woord is raak. Het bruidspaar wordt tijdens een paar uur geobserveerd maar hun hele leven komt aan het licht.

Zo herinnert Edward zich het moment dat zijn vader hem vertelde hoe het kwam dat zijn moeder anders was dan andere moeders. Lang geleden had op een perron een treinreiziger een portier tegen haar hoofd gesmakt. Die liep onverschillig door, zij bleef achter met hersenletsel. Ook herinnert Edward zich nog de keer dat hij een man aftuigde omdat die een studievriend had bedreigd. Die vriend wilde nadien niets meer van hem weten, want mensen in elkaar slaan, dat dee-je niet, ook al was het nog zulk schorem.

On Chesil Beach is een verhaal over het geweld dat onder het oppervlak van ons leven verscholen ligt. Ook tussen man en vrouw.

"Hij beschouwde zijn staat van opwinding, onwetendheid en besluiteloosheid als gevaarlijk omdat hij zichzelf niet vertrouwde. Hij was in staat zich stompzinnig te gedragen, explosief zelfs. Onder zijn studievrienden stond hij bekend als zo’n zwijgzaam type dat nu en dan geneigd was tot een gewelddadige uitbarsting. Volgens zijn vader was zijn vroegste jeugd gekenmerkt door spectaculaire driftbuiten.’

Zo prent Edward zich voortdurend in dat hij niet te hard van stapel moet lopen in bed, maar Florence hoeft hem maar aan te raken en hij komt over haar klaar. Einde oefening. Overstuur neemt Florence de benen, het hotel uit, het strand op, waar het paar een gesprek voert dat op verzoening had kunnen uitlopen. Maar in hun zenuwen zeggen ze dingen die nog meer kapot maken. Florence is hooghartig en Edward laaat het F-woord vallen. Ze is gewoon frigide, zegt hij. Dat is het doodvonnis van hun relatie, en kort daarna wordt het huwelijk ontbonden.

McEwan heeft On Chesil Beach doelbewust klein gehouden, en toch is het een roman die meer op het oog heeft dan alleen de problemen van een stel uit de vorige eeuw dat te jong trouwt. Want deze roman is niet alleen een oneindig vernuftige evocatie van de jaren rond 1960, zowel naar de vorm als naar de inhoud. McEwan schreef dit boek ook als een scherp commentaar op onze eigen tijd, een hernieuwde, gedesillusioneerde blik op de seksuele revolutie van de jaren zestig.

Uiteraard pleit de schrijver niet voor een terugkeer naar de tijden van Edward en Florence, toen mensen per definitie blanco in het huwelijk stapten. Maar wanneer hij Edward tientallen jaren na de gebeurtenissen aan Chesil Beach laat terugblikken op zijn huwelijk van één dag, a sadder but wiser man, zien we ook dat het niet goed is als seks de doorslaggevende factor is - zoals hij toen dacht.

"Het enige waar ze behoefte aan had gehad, was de zekerheid van zijn liefde, en zijn geruststelling dat er geen haast was omdat ze nog een heel leven voor zich hadden. Met liefde en geduld - had hij beide nu maar tegelijk bezeten - zouden ze het samen vast hebben gered. Zo kan dus een hele levensloop worden veranderd - door niets te doen."

Het probleem van deze wijze woorden is dat zulke wijsheid altijd te laat komt. Zo’n afstand tot de rauwe geslachtsdrift een man misschien als hij op middelbare leeftijd, maar voor een uitgehongerde jonge man is dat vaak een onmogelijke taak. En dat is misschien de ultieme ironie van dit kleine meesterwerk van een schrijver die alleen nog maar meesterwerken schrijft: wijsheid komt pas wanneer je die niet meer nodig hebt.

HP De Tijd, 6 april 2007