WEBLOG - BERICHT

De moker van de markt
GEPLAATST: 4-4-2009
Na tien, vijftien jaar merkte Dirk van Weelden dat het niet goed ging met de literatuur. Hij schreef een recept voor Literair overleven!

Het gaat slecht met de literatuur. Er worden steeds meer boeken verkocht, maar het zijn steeds vaker dezelfde boeken. Terwijl we onze best doen als het gaat om diversiteit in de natuur  -  leuk onkruid in de berm!  -  gaat de literatuur er steeds meer uitzien als een saaie monocultuur waar alleen boeken als  De schaduw van de wind en De vliegeraar overleven.
  
Wie tien jaar geleden waarschuwde tegen de gevaren van de oprukkende bestsellercultuur liep tegen meewarige reacties aan. Het was toch mooi dat er zoveel boeken werden verkocht? Wie kon daar tegen zijn? Inmiddels zijn er zelfs uitgevers die toegeven dat het niet goed kan lopen met een markt die volledig draait om een paar megasellers, terwijl de andere titels nauwelijks te verkopen zijn.

Dirk van Weelden is een van die zeldzame schrijvers die een redelijke reputatie heeft weten te handhaven ondanks matige verkopen, en het heeft lang geduurd voordat deze geboren optimist zag waar het naartoe ging. In zijn pamflet Literair overleven! doet hij zijn best niet te vervallen in cultuurpessimisme. Vandaar het uitroepteken. Toch staat er veel op het spel.

In Literair overleven! rekent Van Weelden ons voor dat een schrijver als hij altijd meer heeft verdiend aan subsidie en schnabbels dan aan zijn boeken. Maar die inkomsten had hij nooit gehad als hij geen boeken schreef die aandacht kregen in de landelijke pers. Onder druk van de bestsellercultuur loopt dat terug  -  want waarom aandacht voor schrijvers die niet scoren?

Literair overleven! gaat over de manieren waarop schrijvers kunnen ontsnappen aan de moker van de markt. Van de literaire kritiek valt niets meer te verwachten, de media zijn een doorgeefluik voor de commercie geworden en de uitgevers moeten geld verdienen.Van Weelden blijft optimistisch, maar het is duidelijk dat hij al een wereld voor zich ziet waar nauwelijks nog plaats is voor zijn soort boeken. Gedachtenavonturen. Andersom heeft hij geen hoge dunk van hoe anderen schrijven. ‘Het gaat er niet om van het leven literatuur te maken, en dat kunstje af te zonderen, maar om literatuur te maken met de wereld.’

Veel schrijvers proberen zich aan te passen, dat hebben schrijvers al eeuwen gedaan, maar Van Weelden kiest voor ‘aanvallend spel.’ De enige manier om lezers te trekken is trouw te blijven aan je principes en niet terug te deinzen voor avontuur. Literair overleven! is ook een voorzet voor een discussieavond in De Balie, eind november 2008, met de bescheiden titel het Grote Literatuur Debat. En het is een literair manifest, al blijft het een probleem dat je er alleen wat mee kunt als je toevallig Dirk van Weelden heet.

Van Weelden staat lang stil bij het lot van de literaire tijdschriften, met name De Gids, dat onlangs in zijn geheel op het internet werd gezet. Van Weelden, die in de redactie zit van De Gids, verwacht veel van een virtuele community rond dit blad. Dat literaire tijdschriften in het ontzuilde lezerslandschap net zo weinig toekomst hebben als literaire manifesten gaat er bij hem kennelijk niet in. Binnenkort houden alle schrijvers gewoon hun eigen weblog bij en dan zijn er hopelijk een paar centrale sites (Literair Nederland en De Papieren Man) die aangeven wat er op het net gebeurt, zonder redactionele betutteling.

Van Weelden schrijft ook over zijn plannen voor het Zuidasproject, waar hij een maand met een ouderwetse draagbare schrijfmachine gaat rondlopen om de verhalen van voorbijgangers te noteren. Sommige schrijvers slepen ieder jaar wel zo’n klusje binnen, of anders een leuke reisbeurs, maar uiteindelijk schrijf je dan alleen voor een paar ambtenaren. Je kunt het ‘literatuur maken met de wereld’ noemen, maar het is eigenlijk aapjes kijken.

Het vreemdste aan Literair overleven! is wel dat Van Weelden de verlossing ziet in literaire internet-communities, en toch heeft hij zichtbaar moeite gedaan zijn betoog op te rekken  tot een ouderwets boekje voor op de plank. Hij had er beter aan gedaan er een kort stuk voor de krant van te maken dat op het internet nog lang kon circuleren.

Het Parool, 10 december 2008