Bij de verschijning van Chateau Désir
GEPLAATST: 25-9-2020
Je hoort het schrijvers vaak zeggen. Dat met de jaren schrijven steeds moeilijker wordt.
Ervaring is geen hulp, het is een hindernis, want je wordt steeds kritischer op
je werk. Daarom zie je oudere schrijvers steeds dunnere boeken schrijven. Ze
hebben het meeste geschrapt.
In september 2019 begon ik aan een nieuwe roman. Mijn vorige roman was drie
jaar eerder verschenen, en in de tussentijd had ik een boek met essays over
literatuur geschreven en had ik een flinke tijd in de ziekenboeg doorgebracht.
Het voelde alsof ik opnieuw begon.
onschuld
Ik wilde de vrijheid en het schrijfplezier terugvinden van mijn eerste
boek, Mindere goden (Anton
Wachterprijs, 1990). Het is geen boek dat ik nu nog zou willen lezen, maar ik
heb goede herinneringen aan hoe ik het schreef. Ik was net afgestudeerd en ik
dacht dat ik een kort verhaal ging schrijven. Het was alleen na het eerste
hoofdstuk nog niet af.
Hoewel je als gevestigd schrijver altijd denkt aan hoe je iets wil
publiceren en aan de spreekwoordelijke rook uit de schoorsteen, wilde ik bij Chateau Désir die eerste onschuld weer
vinden. Alsof ik voor mijn plezier een verhaal schreef.
eetschrijven
Vanaf de eerste week van september ontbeet ik elke dag met het schrijfboek
op tafel. Ik ging zitten en schreef. Zonder er van tevoren over na te denken. Het
ging vanzelf. Eetschrijven. Je hoeft niet veel te schrappen als je van te voren al weet wat
werkt. In de eerste twee maanden ging ik ’s middags iets anders doen. Huiswerk
met mijn dochter, en ’s avonds las ik Grieks.
Naarmate het werk vorderde en ik zag wat er in het verhaal op het spel
stond, werd het moeilijker ermee te stoppen en maakte ik vaak dagen van acht
uur ’s ochtends tot half elf ’s avonds, met slechts een pauze om met mijn
dochter te eten.
epidemie
Ik kreeg ook haast door de berichten over een virus in China. In
januari werd wel gezegd dat West-Europa veilig was, maar ik wilde liever
klaar zijn voor de epidemie in ons land kwam en de angst via een kier in mijn
werk doordrong. Want Chateau Désir is
in veel opzichten een zonnig boek. Een inmiddels in ongenade geraakte criticus
schreef eens dat het geen pretje was om een personage te zijn in een roman van
Herman Stevens. In Chateau Désir valt
dat reuze mee.
De titel verwijst naar de rampzalige wijnboerderij die de vader van de twee
hoofdpersonages, Emma en Hugo, begon toen zij nog kinderen waren. Maar de
titel verwijst ook naar het bodemloze verlangen dat Emma en Hugo drijft.
Verlangen naar liefde, naar een veilige plaats in het leven, een plek waar ze
hun stempel op mogen zetten. Iets waarin hun ouders deerniswekkend waren
mislukt met hun droom van een wijnchateau.
vesting van verlangen
Maar hun verlangen is ook een vesting met een ophaalbrug. Het is een vraag
die geen antwoord verdraagt want het moet een vraag blijven. Die vraag geeft ons
leven. Vroeger had Hugo uitvinder willen worden. Een man met oplossingen. Maar
niets verwart hem zo als de ontdekking dat hij de vrouw van zijn dromen heeft
gevonden, en dat ze niet bij hem zal weglopen, zoals alle vrouwen voordien
hadden gedaan.
Chateau gaat ook over de
manier waarop we ons proberen te verplaatsen in het object van ons verlangen.
Dezelfde schutkleur aannemen. Kijken wat de tegenpartij ziet. Zo wil Emma slapen in
het hemdje van haar geliefde. Het past haar alleen niet, en daarom voelt ze
die liefde. De ander is anders.
Het is niet de taak van de schrijver om zijn boek uit te leggen. Hij hoeft
het niet eens volledig te begrijpen terwijl hij schrijft. Ik ging gewoon iedere
ochtend zitten en schreef. Nu is de lezer aan zet.
25 september 2020
Chateau Désir bestellen:
https://www.bol.com/nl/p/chateau-desir/9300000004184293/?bltgh=srcltwckN7Wt5ztIn8NBkA.1_4.5.ProductImage
https://www.athenaeum.nl/boek/?authortitle=herman-stevens/chateau-desir--9789044629743
|